Het was begin juni. Ik kreeg een casus toegewezen van een gezin dat afgelopen januari na dertien jaren eindelijk weer herenigd was. Dertien jaar…
Moeder is samen met haar twee kinderen vanuit het buitenland naar Nederland gekomen om bij haar partner in te trekken. Het gezin is eindelijk compleet en klaar om aan een nieuwe start te beginnen. Door de pandemie én het ontbreken van een verblijfplaats brak er helaas een onzekere tijd voor hen aan.

Al snel bleek dat ouders moeite hadden met zich aanpassen aan alle nieuwe veranderingen. Vader woonde hiervoor in een begeleid wonen traject dat nog niet was afgerond alleen vanwege de gezinshereniging kon hij daar niet meer blijven. Moeder was tot die tijd een alleenstaande moeder die de zorg had over hun kinderen. Nu deelde zij de zorg ineens samen met haar partner. Al snel bleek dat ouders het moeilijk vonden om daar een middenweg in te kunnen vinden. Ook hun dochter van 10 jaar vond het lastig om haar plek hier in Nederland te vinden. Zij mistte haar vriendinnetjes ontzettend. Meerdere malen heeft zij aan haar ouders aangegeven graag terug te willen en het hier in Nederland niet leuk te vinden. Ze begon zich te vervelen en voelde zich eenzaam, kende de taal niet en Nederland was voor haar een vreemd land.

Dertien jaar hadden ouders gescheiden van elkaar geleefd, dat was niet niks. Af en toe kwam vader op bezoek en bleef hij een aantal weken, maar uiteindelijk moest hij altijd weer terug naar Nederland. De belangrijkste en mooiste momenten heeft hij bij zijn dochter moeten missen. Gelukkig heeft vader nu wel de kans gekregen om dit bij zijn zoon mee te maken.
Eerder was er al hulpverlening bij het gezin geweest alleen deze sprak niet de taal van ouders. Daarom waren ouders blij met mijn hulp; vooral moeder was opgelucht dat ze iemand tegenover haar had die hetzelfde taal beheerste. Ze gaf aan dat ze zich al die tijd alleen heeft gevoeld en het contact met andere mensen ontzettend miste.

Ouders bleven het moeilijk vinden om de opvoeding gezamenlijk vorm te geven. Zij gaven aan graag ondersteuning te willen ontvangen om weer als gezin een leven op te bouwen. Alleen wisten zij niet goed hoe ze dat moesten doen. Als hulpverlener vond ik het belangrijk om stil te staan bij het complexe proces dat het gezin meegemaakt had. Maar ik wilde ook de focus richten op het positief blijven omdat dat ze nu eindelijk als gezin met elkaar herenigd waren. Belangrijk daarin was om ruimte en tijd te bieden aan de emoties van ieder gezinslid apart. Het praten hierover met elkaar deed het gezin goed, op deze manier leerden zij elkaar steeds beter kennen en konden zij op die manier langzaam naar elkaar toe groeien.

Inmiddels zes maanden verder spreekt dochter de Nederlandse taal al redelijk goed en heeft zij veel vriendinnetjes gemaakt. Het eerst nog verlegen eenzame meisje is veranderd in een vrolijke meid die veel beter in haar vel zit en graag met haar vriendinnen buiten speelt.

Ouders proberen hun patronen te doorbreken om er voor hun kinderen én voor elkaar te zijn. Elkaar leren kennen was midden in een pandemie niet gemakkelijk maar ze bleven elkaar ondersteunen. En dat doen ze nu nog steeds. Het heeft tijd nodig om zowel hun onderlinge relatie als de ouder-kind relatie goed te laten ontwikkelen maar ik heb er alle vertrouwen in dat het met dit gezin wel goed gaat komen!